Wat zou je als eerste bezoeken als je naar Tsjechië gaat? Praag, denk je natuurlijk – en gelijk heb je. De historische hoofdstad van Bohemen is een van de meest bezochte steden van Europa. En daar zijn allerlei smaakvolle redenen voor te verzinnen: de oude gebouwen, het stadscentrum (UNESCO-Werelderfgoed), de vele concertgebouwen, galerieën en musea, festivals, en – maar natuurlijk – het te gekke en goedkope nachtleven.
Als je uiteindelijk verder trekt, kun je kamperen op Tsjechische campings tussen de heuvels, de lage bergen en bossen van het diverse landschap – én dicht bij kastelen, middeleeuwse plaatsjes en skiresorts. Genoeg plaatsen dus om een uitbundig gedecoreerd Bohemisch glas te heffen.
Vooral naar buiten met het gezin? Ga wandelen en fietsen in de beschermde gebieden van het Boheemse Paradijs Český ráj, Šumava en de vier nationale parken van het land (het Krkonoše-gebergte, de zandstenen en kloven van Tsjechisch Zwitserland, het wildspotten in Podyjí en de skipistes en bossen van Šumava, die tot over de grens van het Zwarte Woud in Beieren lopen). Als je met de kinderen kampeert, is een bezoekje aan Aquapalace in Praag, het grootste waterpark in Centraal-Europa, ook een aanrader.
Drinken? De dorstige inwoners van Tsjechië drinken het meeste bier per persoon ter wereld, dus waar je ook naartoe gaat, je zult er genoeg bars en cafés vinden. En met een beetje geluk kun je je ook nog aansluiten bij een bierfestival.
